dinsdag 15 februari 2011

Cambodja

Phnom Penh
Vraag ons wat we het vervelendste vinden tijdens onze rondreis en we antwoorden unaniem grensovergangen. Deze plaatsen zijn als magneten voor opdringerige ronselaars en corrupte beambten. Zo waren we bijvoorbeeld nog niet helemaal van de bus gestapt, die ons tot bij de grens had gebracht, of onze rugzakken waren al uit de laadruimte genomen en op een kar geplaatst. Beleefd maar kordaat hebben we deze service geweigerd en onze rugzakken teruggenomen aangezien we ervan op de hoogte waren dat we anders gingen mogen betalen om ze terug te krijgen. Een ander voorbeeld van oplichterij zijn de beambten die deden alsof ze enkel Bahts mochten aannemen en dan nog wel 1200 baht (ongeveer 30dollar) vroegen voor een visum. Wij wisten goed genoeg dat een visum slechts 20 dollar kost en we hadden dan ook maar 1600 baht meer zitten, de rest waren dollars, die ze trouwens in gans Cambodja aanvaarden, behalve aan de grens?? We zeiden de man aan het loket dat we niet bereid waren meer dan 1600 baht te betalen want dat we wisten dat ze toeristen afzetten. Hij schrok nogal van onze assertiviteit en vroeg ons naar binnen te komen, in de hoop dat andere toeristen ons niet zouden horen waarschijnlijk. Daar zaten we dan, in een klein bureautje voor 4 man en een vrouw, allen in uniform… het leek wel een kruisverhoor. Na een ferme discussie slaagden we erin de officiele prijs te verkrijgen en werden we naar buiten geescorteerd zodat we andere toeristen niet zouden kunnen verwittigen. Dan hadden we de keuze; een verplichte overnachting in dat `shithole` en de dag nadien een veel te dure busrit van 15 dollar per persoon betalen naar Phnom Pehn of de dag zelf een snelle taxi nemen voor 50 dollar in totaal…onze keuze was snel gemaakt en diezelfde avond arriveerden we in de hoofdstad. We werden er meteen omsingeld door druk verkeer en irritante tutukdrivers die zelfs met elkaar in de clinch gaan voor een rit. Dit was een slag in ons gezicht daar we net van het peacefulle Ko Mak kwamen. We liepen dan ook in een rechte lijn naar het eerste hotel dat binnen ons gezichtsveld viel met de beloftevolle naam `Paradise hotel`. Halverwege onze reis zijnde, vonden we dat we het wel eens verdienden een meer luxueus verblijf te hebben. In Westerse normen was dit hotel zeker niet luxueus te noemen maar ons waarden-en normenstelsel had al de nodige wijziging ondergaan om dit toch te vinden. De aanwezigheid van een ligbad en warm water deed Marlies glunderen. Ook al bleek het achteraf slechts om een lauw bad te gaan (het warm water was na 20 liter al op), dan nog kon haar avond niet meer stuk. De dag nadien bezochten we de Russische markt, vingen we een glimp op van het Koninklijk Paleis en gingen we naar Tuol Sleng (het museum van de volkerenmoord). Deze gevangenis staat symbol voor de gruweldaden van de Rode Khmer. Tussen 1975 en 1979 werden hier meer dan 15000 mensen opgesloten en op de wreedste manieren gemarteld, vooraleer ze naar het uitroeiingskamp van Choeung Ek werden gevoerd en hun lijken in massagraven werden gedumpt. Een huiveringwekkend bezoek die ons de behoefte deed voelen het zo lang door oorlog geteisterde Cambodjaanse volk te helpen, al was het maar in bescheiden mate. We koppelden het aangename aan het nuttige en gingen schransen voor het goede doel in restaurant Friends. Dit restaurant is opgericht door de gelijknamige vereniging en wil jongeren een plaats in de samenleving bezorgen door hen bijvoorbeeld op te leiden in de horeca en hen hierin ook te werk te stellen. Het was een maaltijd om vingers en duimen bij af te likken die ons met een jeugdige zwier werd gepresenteerd. Verder sprak Phnom Pehn ons niet sterk aan en we hadden ook geen tijd genoeg om dit gevoel te doen keren door ons volledig in de stad onder te dompelen. We wilden de trein nemen naar Battambang, omdat dit naar verluid een charmant ritje was maar de trein bleek afgeschaft te zijn waardoor we meteen doorreisden naar Siem Reap.

Ankor
Het lijdt geen twijfel, Ankor spreekt tot de verbeelding en zet aan tot dromen. Wat heeft men nog niet gezegd of geschreven over dit stenen woud, deze 400 vierkante km aan meesterwerken, ongeevenaarde bas-reliefs en tempelbergen met gigantische zandstenen gezichten die met hun dode ogen naar alle hoeken van het Khmerrijk kijken. Twee dagen lang voerde Robby, onze tuktukchauffeur waarvan zijn woordenschat Engels niet verder reikte dan Yes, No, Sorry en Temple, ons rond doorheen dit wereldwonder. We trachtten er het maximale uit te halen door zowel een zonsondergang als een zonsopgang mee te maken en de derde dag met een fiets in het domein rond te cruisen.



















We weten niet of het Chinese Nieuwjaar er voor iets tussen zat maar er waren massaal veel Chinese en Japanse toeristen die niets liever doen dan minutenlang verschillende poses aan te nemen voor de lens, ook al staan tientallen Westerse toeristen, waaronder wij, aan te schuiven om ook een kiekje te nemen… het liefst zonder hen erop, al is dat een grote uitdaging aangezien ze er op de een of andere manier steeds in slagen voor je te komen staan. 
Naast een magnifiek hoopje stenen herbergt Ankor ook vele schattige kindjes die je vanalles proberen te verkopen voor slechts 1 dollar. Het was niet gemakkelijk om nee te moeten zeggen tegen deze schatjes… en af en toe lieten we ons even gaan (tip voor Can`art 2011: Six and his Cambodian instrument; de POW POW BAMBOOSTICK).


Siem Reap is niet enkel de uitvalsbasis voor Ankor maar heeft tevens een levendige bar-street en ligt in de omgeving van het Tonle Sap. Onze favoriete bar was de `Ankor What` waar we iedere avond een fris pintje gingen drinken, aan de praat geraakten met andere toeristen, bleven plakken en ons sedert lange tijd zelfs nog eens op de dansvloer waagden.
Het Tonle Sap is het grootste meer van Zuid- Oost Azie en is van levensbelang voor de voedselvoorziening van Cambodja. Het leven hier is nauw verbonden met het water en vele dorpen drijven zelfs op het water, wij bezochten er 1 van. We gingen er per tuktuk heen en toen we er aankwamen zagen we dat een bootmaatschappij er zich òntfermde`over de toeristen en 25 dollar per persoon vroeg voor een twee uur durend bezoek per boot. Wie niet betaalde kwam er niet in, dus we telden dik tegen onze zin 50 dollar neer. Dik tegen onze zin omdat het bezoek slechts 1 uur duurde en vooral omdat het inkomstgeld voor het dorp zeker niet integraal naar het dorp ging want mensen leefden er in erbarmelijke omstandigheden en kinderen bedelden, of beter schreeuwden!, om een dollar. Mocht het geld naar het dorp gaan zou dit niet het geval zijn want er zijn bezoekers genoeg! Hoewel we gefrustreerd terugkwamen van het Tonle Sap, waren we toch blij kennis gemaakt te hebben met de wortels van het Cambodjaanse volk. Het leven speelt er zich volledig op het water af: drijvende winkels, scholen, kapsalons, kerken, hutten,…. Mannen gaan vissen, vrouwen gaan boodschappen doen met de prauw of wachten tot de kruideniersboot langskomt en kinderen verplaatsen zich in bekkentjes.


Onderweg bezochten we een krokodillenboerderij, waar we meteen ook een slang rond onze nek werden gegooid door de kids. Op de boerderij worden de dieren op ingenieuze wijze gekweekt: varkens worden in kooien boven het water gekweekt, vissen die eronder leven doen zich tegoed aan de uitwerpselen van de varkens en vormen op hun beurt een lekkernij voor de krokodillen... die uiteindelijk eindigen als handtas of broeksriem.


Na 5 dagen Siem Reap stond onze rugzak klaar om verder te reizen…helaas pindakaas, we slaagden er niet in geld af te halen en werden overvallen door een lichte paniek toen de automaat beweerde dat ons saldo nul dollar bedroeg?! Wereldvreemd als we zijn, hadden we nog nooit gehoord over een gebruikerslimiet met Visa-kaarten en hadden we die kennelijk overschreden. Hierdoor moesten we 3 dagen doorbrengen aan het zwembad aangezien dit de meest budgetvriendelijke activiteit was die we konden bedenken.
Kratie en Ban Lung
Na 3 dagen verplichte rust reisden we verder naar het Oosten van het land. In Kratie bleven we slechts 1 dag aangezien er niet veel te beleven viel. Het spannendste dat we er meemaakten, was een platte band met de brommer. Niet verwonderlijk aangezien de staat van de weg…en het moest er toch eens van komen. Gelukkig moesten we de brommer slechts 2 km duwen in de hete middagzon vooraleer we een dorpje bereikten waar mensen ons spontaan de weg wezen naar de dichtsbijzijnde `garagist` (lees: iemand die beschikt over een wasbekkentje, een lapje binnenband, naald en draad). Hij repareerde de band voor ocharme 1 dollar en tegen de tijd dat hij klaar was, had het halve dorp zich al rond ons verzameld… gewoon oms ons aan te gapen en bij het vertrekken vriendelijk uit te wuiven ;)
Van Kratie gingen we per minibus naar Ban Lung...een verschrikkelijke rit! We werden met 23 personen, en hun bagage, in een minibus met een maximale bezetting van 13 personen gepropt, waarin ook nog eens een vreselijke geur hing alsof een dier lag te rotten onder de zetel…zelfs sardienen in een blik hebben meer ademruimte! Maar het was de moeite waard want in de provincie Ratanakiri, waarin Ban Lung gelegen is, is de natuur alomtegenwoordig. Daarbovenop sliepen we er in de charmantste bamboehut die we totnogtoe hebben gehad. We huurden terug een motorfiets en schaften ons een gids aan die ons de wegwijs maakte in de streek. We zagen onderweg enorme heveaplantages, bezochtten drie watervallen, waarin we ravotten met de kinderen die in Hannes een springplank zagen, en gingen een wandeling maken in het woud rond Ya Laom, een 50m diep, cirkelvormig vulkanisch meer met proper water.























Onze excursie eindigde in een Kroeung dorp, een etnische minderheid in Cambodja die onafhankelijk leeft door zelf dieren te kweken en groenten, fruit en rijst te telen. De Kroeung geloven sterk in de aanwezigheid van geesten die het verloop van hun leven zouden bepalen. Zo plant ieder gezin een bananenboom voor hun hut; indien de boom goed groeit dan betekent dit dat een goede geest over hen waakt en ze veel geluk in hun leven zullen kennen, een boom die niet gezond is, duidt op de aanwezigheid van een kwade geest. Het volk weigert hun traditie en de rituelen van hun voorvaders te verloochenen, ook al speelt dit dikwijls in hun nadeel. Onderstaande foto geeft het ritueel weer dat men dient te volgen, indien iemand in het dorp ziek is... wij verkiezen toch een dokter die ons medicijnen voorschrijft!

Indien iemand uit het dorp ziek is, dan wordt een buffel geslacht. De hoorns van de buffel worden tentoongesteld in de voortuin van de zieke, samen met stukjes vlees gespiest op stokjes (zie hieronder)... vergezeld met een onaangename geur, uiteraard. De buffel wordt klaargemaakt (gekookt in water, dikwijls niet lang genoeg waardoor nieuwe zieken vallen...maar dat is een ander verhaal). Dan wordt de buffel opgepeuzeld door de dorpelingen, en vieren ze feest met veel zelfgestookte rijstwijn. Dit ritueel verdrijft de kwade geesten en zou de zieke moeten genezen... (?)

Hoewel er in Cambodja, met uitzondering van Ankor, niet zo veel bezienswaardigheden zijn, is het toch een land waar we van houden…of beter een volk waar we van houden. De Cambodjanen zijn gastvrij, behulpzaam, vriendelijk en hebben een goed gevoel voor humor. Het grootste deel van de bevolking leeft in primitieve omstandigheden, hebben geen nagel om aan hun gat te scharten om het volks uit te drukken, maar dit weerhield hen er niet van eerlijk met ons om te gaan. Jammer dat ze zich niet bewust zijn van de schade die ze aanrichten aan het milieu door hun vuiligheid zomaar overal op straat te dumpen… maar dit is iets waar ze in de andere landen die we bezochten ook geen aandacht aan besteden. Het wordt dringend tijd dat er in dit deel van de wereld bewustmakingsacties worden opgezet… de enige rijkdom die ze hier hebben, de natuur, mag niet verder verkwist worden!
Nu reizen we verder naar Vietnam…en zien er ongelooflijk naar uit om een bekend gezicht te zien in Ho Chi Minh… Jirre, it`s gonna be an awesome experience!!!