donderdag 17 maart 2011

Vietnam

Saigon: Fasten your seatbels

Ho Chi Minh City (HCMC) is een metropool van 8 miljoen inwoners, een sfeervolle jungle van bromfietsen, en de economische hoofdstad van Vietnam.
Om ons op adequate wijze door de stad te kunnen bewegen, dienden we alle verkeersregels aan onze laars te lappen en ons laten meevoeren in de oneindige verkeersstroom. Vooral achterop een motortaxi was het oogjes dichtknijpen en vertrouwen op de ervaring van de chauffeur. Ook om de straat over te steken moesten we alles vergeten wat onze ouders ons ooit met veel geduld hebben aangeleerd en zonder aarzelen gewoon GAAN... ze zijn hier immers meesters in het ontwijken.
 

Een 60-tal km buiten HCMC bevinden zich de Cu Chi - tunnels, die we met een gids en een minibus andere toeristen bezochten. Het uitgestrekte net van smalle gangen werd met de handen gegraven door de vietcong om beschutting te zoeken tegen de Amerikaanse oorlogsmachine. De tunnels en vallen getuigen van de hardnekkigheid en vindingrijkheid waarmee de Vietnamezen verzet boden aan een van de best uitgeruste legers ter wereld. Wij slopen slechts een kwartiertje doorheen de breedste tunnels en waren opgelucht toen we ons terug bovengronds bevonden. Wat  moet dit dan niet geweeest zijn voor de vietcongsoldaten die jarenlang in de tunnels verscholen zaten, terwijl er grote ladingen bommen gedropt werden boven hun hoofden?!


Ironisch genoeg bevindt er zich binnen het complex ook een schietstand. Stilstaande bij de gruwel van de Vietnamoorlog is deze vorm van ontspanning misschien wat ongepast maar... hoe vaak in je leven krijg je de kans om te schieten met een AK-47 machinegeweer? We kochten ons dus een lading kogels en knalden op doel! Voor Hannes was dit echt kicken...

Een andere kick beleefden we in Dam Sen Waterpark; een natte speeltuin met kunstmatige rivieren, een golfbad, death rides en glijbanen met veelbelovende namen als `kamikaze`, `boomerang`, `twister`,... Sljeren voe macho`s dus!

Op 20 februari was het eindelijk zo ver; de aankomst van onze copain Jirre. Hij werd letterlijk en figuurlijk warm door ons onthaald in de luchthaven; met 39 graden koorts en een `spandoek`. Laten we het de wet van Murphy in het kwadraat noemen en er niet te veel woorden aan vuil maken, maar zodra Jirre arriveerde werden wij overvallen door een zware griep. Hannes moest ten gevolge hiervan zelfs een nachtje in het ziekenhuis doorbrengen. Jirre en Marlies waren solidair en deelden een bed naast Hannes... het bracht hen direct dichter bij elkaar ;)
 

Aangezien Jirre net als ons niet houdt van drukke steden en hij nog wat diende te acclimatiseren namen we zo snel mogelijk de trein naar Nha Trang, de vakantiestad bij uitstek van Vietnam. Terwijl Hannes en Marlies nog wat uitziekten; deed Jirre een Scuba discover dive. En jawel, ook hij was meteen verkocht aan de wonderlijke onderwaterwereld en wil graag zijn open water behalen. 
Daar Hannes er stilaan begon uit te zien als een bosjesman met een vuile snor waar zich etensresten in verstopten, sleurde Jirre hem mee naar een mobiele barbershop. Beide heren kregen er een oplapbeurt met als resultaat een fris broske en babyzachte kaakskes.

Normaal gezien was er een feestje gepland op 25 februari voor Marlies haar verjaardag. Helaas was het feestvarken nog niet helemaal genezen en moesten de dolle plannen worden uitgesteld. Marlies werd echter wel goed verwend door haar twee venten met taart, bloemen, cadeautjes en een vietnamese massage op de plage. Dankzij de Vietnamese bakker gaat Marlies voortaan door het leven als Marcies Vanhavuoa... waarvoor dank!

Hit the road Jack
Hannes en Marlies fantaseerden er al langer over om met een tweedehandsbrommer Vietnam te doorkruisen. Wegens tijdsgebrek was dit deze reis helaas niet mogelijk. Een waardig alternatief was 2 brommers huren en ermee een 6-daagse loop te maken in de Central Highlands van Vietnam. De centrale hooglanden strekken zich uit tussen Da Nang in het Noorden, Dalat in het Zuiden en de kust in het Oosten. Het is een aparte streek; vruchtbaar in het Zuiden en bergachtiger in het Noorden waar tal van etnische minderheden leven. 
De eerst etappe van 150 km verliep langs een recent aangelegde bergpas die Nha Trang met Dalat verbindt. Onderweg konden we snoepen van de eerste zich onthullende bergketens.

Dalat ligt op een hoogte van 1500m in een keteldal van heuvels en naaldbomen. Door zijn ligging is het er eeuwig lente, waardoor een warme trui er zeker geen overbodige luxe was. Door het milde klimaat en de heldere lucht lijkt Dalat wel een grote moestuin, die vanuit de hoogte een prachtig kleurenpalet oplevert.


Na een welverdiende nachtrust gingen we Dalat en omgeving met de brommer verkennen.
Onze eerste stop was het Crazy House, het meest krankzinnige hotel van Vietnam, die ook dienst doet als openluchtmuseum voor moderne kunst. Het deed ons een beetje denken aan Gaudi in Barcelona.

Aan de uitgang maakten we kennis met een Dalat Easyrider die een vermelding kreeg in ons guidebook. Voor een redelijke prijs konden we samen met hem een countryside tour doen in Dalat. Aangezien we op ons eentje waarschijnlijk meer gingen `zoeken` dan `zien`, beslisten we ons een dagje te laten gidsen door Titi. Titi heeft als kind de oorlog meegemaakt en vaak moeten vluchten door de jungle en overleven in de jungle met zijn moeder. Hij kent de Central Highlands op zijn duimpje en kan je boeien met allerlei anekdotes. Na een bezoekje aan een kitsherige pagode en het aanhoren van enkele mythes uit het boeddhisme, begon onze dag pas echt interessant te worden. Bijna elke familie in de countryside beoefent een bepaalde ambacht en wij waren die dag getuigen vanop de eerste rij. Het voelde als terugkeren in de tijd, een tijd waarin er nog geen sprake was van industrialisatie en massaproductie.Leerrijk was het om het proces te zien van zijderups tot draad, van koffieplant tot koffie, van bamboe tot mand.Boeiend was het om te zien hoe men in een kleine oppervlakte met een sigaret in de mond tofu,noodles of bezems maakt. Heerlijk was het om te midden de fleurige bloemen en frisse groenten te staan... We hebben die dag te veel stielen gezien, bij te veel mensen thuis geweest, om ze hier allemaal te kunnen opnoemen. Onze dag eindigde aan de `elephant waterfalls`en met een mooi biketochtje terug naar het centrum langs de bosrijke heuvels van Dalat.




 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Daar Titi zich die dag meer dan bewezen had als rat in zijn vak en de tweede etappe (180km) naar Lake Lac geen makkie bleek te zijn, besloten we onze goedlachse easyrider nog een dagje bij ons te houden.Titi had het ons beloofd `a tuff long ride with very bad roads but great views and nice local sceneries'. Alweer had die rakker het bij het rechte eind; meermaals zongen we `I`m on the highway to hell` en vreesden we voor een lekke band op de slechte wegen, maar des te meer genoten we van de schitterende uitzichten, de gastvrijheid van de lokale bevolking en de bezoeken aan de ethnic minorities. 
 
 



 
Op de koop toe regelde Titi ons voor een prikje een verblijf in een resort met uitzicht op het meer. We namen die avond op gepaste manier afscheid van Titi; al boemelend. Titi beweerde dat easyriders kunnen blijven drinken, niet dronken geraken en de dag erop zo fris als een hoentje terug op hun motor stappen. Aan jullie om uit te maken bij wie je de dag erna het liefst op een motorfiets kruipt...


De volgende etappe naar Ban Me Thuot was kort (50km) maar daarom niet minder memorabel. We bevonden ons tweemaal op de verkeerde plaats, op het verkeerde moment. De eerste keer bevonden we ons ter hoogte van een school, net op het ogenblik dat de school uit was en alle scholieren zicht te voet, per fiets of per bromfiets op de weg bevonden. Het was als slalommen tussen de menigte op de braderie met Kuurne kermesse. Daarna hadden we het ideale moment uitgekozen om de hoofdstad van de provincie Dac Lac binnen te rijden, namelijk tijdens de middagspits. Maar ervaren chauffeurs als Hannes en Jirre draaiden hier natuurlijk hun hand niet voor om. Diezelfde dag gingen we in de namiddag nog wat vertier zoeken in Dac Lac waterpark. Het park is niet zo groots als Dam Sen maar heeft toch enkele coole glijbanen en een lazy river waar vooral Hannes dol op was. Bovendien hadden we het park met uitzondering van een 5-tal nezen helemaal voor ons alleen, waardoor we nergens hoefden aan te schuiven.
Ban Me Thuot ligt in een landschap van rode, vruchtbare aarde en is vooral gekend als de grootste exportstad van koffie en peper in Vietnam. Omdat het een onhaalbare klus bleek te zijn het gebied te verkennen op ons eentje op 1 dag tijd, boekten we een tour met een gids voor 1 dag. Voor de ervaring, en voor de goedkoop, beslisten we het parcours af te leggen met het openbaar vervoer. Na anderhalf uur op een overvolle bus arriveerden we aan het Yok Don Nationaal Park, waarin we een toerke maakten op de rug van een olifant. Een leuke ervaring, maar na een uur hadden wij het toch gehad...vooral als het parcours zo hobbelig is als deze keer en we ons constant aan het stoeltje moesten vastklemmen. Dieper in het park leven vele wilde dieren zoals tijgers, panters, apen, olifanten, herten, beren,... maar dit gebied is slechts toegankelijk met een ranger en een toelatingsbewijs. 
 
 
Daarna wipten we terug op de bus, wandelden we even in de hete middagzon en kwamen we terecht in het minority dorp Ban Don. Ter plaatste kregen we uitleg over de levenswijze van de inwoners, luisterden we naar een lokale artiest die alle minority instrumenten wist te bespelen en kregen we een maaltijd. Gelukkig kon onze gids van daaruit een lift versieren terug naar Ban Me Thuot om vandaaruit dan terug de bus te nemen naar de spectaculaire watervallen van drai sap en nur sap...een oase van koelte. We hadden gedurende de dag een heel goeie band opgebouwd met Hong, die zonder twijfel onze beste engels sprekende gids in Vietnam was. We waren teleurgesteld als we op het einde van de dag van hem te horen kregen hoe weinig hij wel verdiende...terwijl we toch een ferm bedrag hadden neergeteld in het reisbureau.De enige manier om goed uw boterham te verdienen als gids is blijkbaar tewerkgesteld worden via vadertje Staat door een toelatingsexamen af te leggen waar een prijskaartje aanhangt van 200 dollar. Maar Hong verdient slechts 140 dollar per maand.


De laatste etappe was meteen ook de langste (200km). Maar met het vooruitzicht op een pizza salami in Little Italy (Nha Trang), vlogen de kilometers voorbij. Je moet immers weten dat het eten tijdens onze 6-daagse niet te pruimen was.
Aangekomen in Nha Trang waren we blij ons stalen ros heelhuids terug te kunnen inleveren en onze pijnlijke kont haar welverdiende rust te gunnen. Als rasechte easyriders beklonken we de rit met onze favoriete twee p`s: pinten en pizza`s. Het was een ervaring om nooit te vergeten!
We hadden ons voorgenomen nog een dagje door te brengen aan het strand in Nha Trang maar de weergoden hebben er anders over beslist...het werd een dagje spa met alles erop en eraan; Jacuzzi, stoombad, sauna, lichaamsscrub, hot- and cold tub, en massage. Zou Jirre het hem nog steeds niet beklaagd hebben dat hij `nee` zei op de vraag "you want me to massage your thing?". Schoon gewassen waren we klaar voor de sleeping bus naar Hoi An. Marlies dankt God voor haar klein postuurke want zij was de enige van de drie die een degelijke nachtrust achter de rug had. De ligzetels op de bus waren immers op aziatische maat gemaakt en daarbovenop lagen onze benen in een smalle koker die de bewegingsruimte nogmaals halveerde.

Hoi An

Hoi An is een parel aan de kust van Centraal - Vietnam, met een pittoresk historisch centrum dat beschermd wordt door UNESCO. Je kan er naar hartenlust kledij en schoenen op maat laten maken... laten we het dus maar een paradijs voor meisjes noemen. In zekere zin was het ook een paradijs voor onze jongens aangezien ze er een bar vonden waar het slechts 20 cent was voor een pint van`t vat. Het duurde niet lang vooraleer het barpersoneel ons bij gezicht kende en vanop hun terras toeriepen met drie vingers in de lucht als we de keet nog maar durfden te naderen.


Het strand in Hoi An lag op fietsafstand van ons hotel, waar we gratis fietsen ter onzer beschikking hadden. Dat ze gratis waren, zullen we geweten hebben... zelfs aan een `gekke fiets` in Blankenberge schort vaak minder dan aan deze. Soit, het belemmerde ons niet het tochtje in te zetten om te gaan ravotten in de golven.


Onze laatste halte in Vietnam was Hanoi. We hadden de keuze tussen een 14-uur durende treinrit van 49 dollar of een uurtje vliegen van Da Nang naar de hoofdstad voor 56 dollar. We gingen resoluut voor het vliegtuig. Toen we de avond voor vertrek in Hoi An te horen kregen dat onze vlucht 8 uur verlaat werd en we toch niet vroeg uit de veren moesten, besloten we het gemiste verjaardagsfeestje van Marlies die avond te plannen en Jirre kennis te laten maken met de Aziatische buckets. We hebben het die avond gezellig bont gemaakt in het gezelschap van een Hollands koppel; we sloten de bar af en plunderden nadien de mini-bar in het hotel. Met een kater op het vliegtuig, het is een ervaring gelijk een ander.


Hanoi

In de hoofdstad ontpopte Jirre zich als een ware gids en leidde ons met behulp van de `lonely planet' rond in de oude stad. Ongetwijfeld de beste West-Vloams sprekende gids in Vietnam. Ieder straatje heeft hier zijn eigen specialiteit; de ritsenstraat, brillenstraat, juwelenstraat, schoenenstraat, vleesstraat, visstraat, oud-ijzerstraat,... je kunt het zo gek niet bedenken of je hebt er in Hanoi een straat voor.

Jirre sloot zijn vakantie in schoonheid af met een dagtrip naar het achtste wereldwonder, Halong Bay. De tweeduizend bergtoppen van alle vormen en formaten die uit de zee oprijzen, zijn een van de beroemdste landschappen van Azie. Wij hadden pech dat het bewolkt en mistig was, want bij zonneschijn moet dit plaatje nog spectaculairder zijn.  We vaarden eerst naar een floating village, waar we dan een kayak namen om ons tussen de stenen monsters  te verplaatsen...een streling voor het oog. Daarna vaarden we langs de rots van het kippenpaar naar de grot van de drie paleizen... die zijn ongereptheid wat kwijt is door de veelkeurige belichting maar hierdoor wel sprookjesachtig lijkt. Tot slot deden we nog een klein toertje met de boot in de baai en dan zat onze dag er alweer op. Het is wat kort 1 dag, maar met zo`n weer ben je toch blij als je terug in je warme hotelkamer bent.



Dan was het tijd om Kyra uit haar lijden te verlossen door Jirre terug huiswaarts te sturen. Het was helemaal anders reizen voor ons... niettegenstaande we enorm genoten hebben van het gezelschap van Jirre en we veel fun gehad hebben met ons drietjes. We doorkruisten het land als de drie musketiers... merci moatje, teeft oes deugd gedon!

Na lang gezocht te hebben naar een internetcafe waar we daadwerkelijk een `vlotte` internetverbinding hadden, konden we genieten van filmpjes van het thuisfront die Tim en Ellen vakkundig in elkaar knutselden en op het web plaatsten. Het liet onze heimwee gevoelig escaleren. Maar Hanoi bood ons de perfecte remedie ; miezerig, grijs, koud regenweer die ons deed denken aan Belgie. Het was wel hilarisch om te zien  hoe de straatverkopers zich spontaan aanpasten aan de weersomstandigheden. Bij zonnig weer verkopen ze klakskes of T-shirts en bij regenweer kw`s en paraplu`s.

Na Jirre was het ook voor ons tijd om Vietnam te verlaten en andere oorden op tezoeken. Aangekomen op de luchthaven konden we echter onze vlucht niet terugvinden op de departure schedule. Met een klein hartje gingen we naar het informatiebureau van China Southern Airlines. Daar we er niet als enigen stonden, wisten we dat iets serieus fout zat. De pipo`s hadden onze vlucht zonder enige verwittiging of vermelding op het net gecancelled omdat er slechts 11 man op zat?! In eerste instantie waren ze heel nors tegen ons, zeiden ze dat ze niet zeker wisten of we wel een nieuwe vlucht zouden krijgen zonder bij te betalen, en schoven ze de schuld zelfs in onze schoenen (alsof we onze vlucht niet gecontroleerd zouden hebben). We dachten `met alle chinezen maar niet met
den dezen` en maakten ons eens goed kwaad. Uitendelijk hebben ze ons dan een nieuwe vlucht naar Kathmandu geboekt voor twee dagen later. Jammer dat we dit niet eerder wisten, want dan hadden we nog de tijd gehad om een trekking te doen in het prachtige Sapa in het Noorden van het land. Het enige positieve aan heel de zaak is dat ze ons  nog logement hebben betaald in een hotel dat we ons deze reis zelf niet kunnen permitteren en ons een lunchbudget gaven dat we niet konden opeten en dus met plezier wegspoelden... Sante, op Nepal!